|  | 
| Georges Perec signeert "La Vie mode d'emploi" | 
Guido van de Wiel verdient een prijs vanwege zijn vertaling  van de e-loze Franse roman ’La Disparition’ van Georges Perec, vindt   Hugo Brandt Corstius, die zelf ooit aan deze schier onmogelijke klus  begon. 
In het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal  van Van Dale staan 720.000 verschillende Nederlandse woorden. Negentig  procent van die woorden bevat de letter e. Dan blijven er toch nog  altijd 72.000 Nederlandse woorden over die niet de letter e gebruiken.  Met die woordvoorraad moet je toch een roman kunnen schrijven waarin de  letter e niet voorkomt.
Hoewel: In het boek  Woordfrequenties uit 1975 is voor een verzameling van Nederlandse  teksten die in totaal 720.000 woorden bevat voor elk van de 80.000  verschillende woorden te vinden hoe vaak dat woord in die teksten  voorkwam. De vier woordjes de, een, het en en blijken in totaal ruim  tien procent van die 720.000 woordplekken te vullen. Dat betekent dat op  elke bladzij van elk Nederlands boek de letter e te zien moet zijn. 
In de Franse taal is de situatie iets beter. Ze hebben daar de lidwoorden un en la zonder een e. Maar de woordjes le, de en ne  maken dat je ook in elk Frans boek op elke pagina de letter e ziet  staan. Toch schreef Georges Perec (1936-1982) in 1968 een heel boek  waarin geen enkele e te zien was, behalve dan de vier e’s uit zijn eigen  naam op de titelpagina. 
Dat boek vormde een  uitdaging om het in andere talen te vertalen. Ik wou het in het  Nederlands gaan doen, al was het maar omdat in mijn eigen naam alle  klinkers te zien zijn behalve de e. Over de eerste bladzijde deed ik een  maand. Het hele boek van driehonderd pagina’s zou mij dus 25 jaar  kosten. Ik gaf mijn poging op. Guido van de Wiel is ’t nu wel gelukt.  Een heel boek in het Nederlands zonder verkleinwoorden, meervouden,  verleden tijden, verbogen bijvoeglijke naamwoorden en de gehele rest der  e-tjes.
De e-loze roman van Perec droeg de  titel ’La disparition’. Dat Franse woord voor verdwijning betekent  vooral: heengaan, sterfgeval, de dood. De Franse krant De Wereld  heeft elke dag een hele bladzij Disparitions, waarbij de overledenen  keurig begraven worden. Perecs boek gaat over de ellende van de Tweede  Wereldoorlog. Moet ik dat gaan uitleggen? Nee, het gaat mij hier om de  Nederlandse vertaling die ik met minstens evenveel spanning,  bewondering, afkeuring, lachen en huilen heb gelezen als het origineel  van veertig jaar geleden. 
Op de eerste bladzij  las ik de zin: „’n Stadswacht is ’s nachts bang voor zijn lijf, dus  blijft hij thuis”. Dat hoge kommaatje voor ’s nachts is heel normaal,  maar datzelfde hoge kommaatje om de twee e’s in ’Een stadswacht’ te  vermijden is tamelijk gek en de apostrofjes om de woorden er, hem, het  van hun e’s te ontdoen door ze als ’r, ’m en ’t te spellen, geeft bij  alle bladzijden van het boek de indruk dat er een vliegenzwerm overheen  heeft gepoept. 
Het woord stadswacht is de vertaling van het Franse flic dat  nu eenmaal niet agent, smeris, of politieman mocht worden. Ik vertaalde  die zin met: „Klabak noch tuut dorst ’s nachts nog op straat”. Die  vertaling telt evenveel woorden als de Franse zin, terwijl de Hollandse  zin met de stadswacht vijf woorden langer werd. Gilbert Adair vertaalde  het in 1994 ook in acht woorden: Cops shrink from going out on night shift.
Een romanlezer hoort zo meegesleept te worden door het verhaal dat  hij niet op kleine schrijffoutjes let. Maar Perec en Van de Wiel  moesten daar door hun bizarre plan om de meestvoorkomende letter te  vermijden wel op letten. Als Perec schrijft: „Hij slaakt een grondige  zucht”, dan moet Van de Wiel daarvan maken: „Grondig slaakt hij ’n  zucht”. Maar als Perec schrijft over de moord op een ’garçon si charmant’,  dan schrik je als Van de Wiel dat vertaalt met: „ ’n moord op zo’n  charmant jonkman”. Dat moet toch charmantE jonkman zijn? Ik geef toe dat  het plaatsen van een e achter een bijvoeglijk naamwoord gaat volgens  een regel die weinig mensen kennen en die je ook niet op school hoeft te  leren, maar bij het horen van ’een charmant jonkman’ kijkt de lezer  toch even op: die man spreekt geen Nederlands!
Zulke kleine bezwaren wegen niet op tegen de zevenduizend vondsten van  de vertaler die ik niet kan gaan opnoemen. Op twee plekken doet Perec  nog iets extra moeilijks. Op een ansichtkaart staat een zin van 49  letters die alle letters van het alfabet, ook de x, y en q bevat,  behalve natuurlijk de e. De Engelse vertaler Adair merkte het niet eens.  Van de Wiel vertaalt de zin keurig met vijftig letters waarbij een  lange ij voor de j moet zorgen, want verkleinwoorden met ’je’ zijn  natuurlijk verboden: „Advocaat drinkt whiskymix of paft bij zoölogisch  aquarium”.
De tweede extra eis is een rare  Franse zin die onveranderd blijft als je de letters van achter naar voor  leest: Snot gruwt , ’t moordt maar door ’t rood raam, ’t droomt, ’t  wurgt ons. Begin en eind zijn zoals in de oude Nederlandse keerzin uit  het jaar 1613: Ons leven sy een snee, ys nevel snO.
Als het u gaat om de inhoud van Perecs roman moet u die in het  Frans proberen te lezen, maar dat kan je bij elke vertaling wel beweren.  Als het u gaat om de trucs om de letter e in onze taal te vermijden dan  moet u Van de Wiels Nederlandse versie aandachtig lezen. Hij is beter  dan de Engelse versie, terwijl ze in die taal toch beschikken over het  lidwoord a, Britten meervouden altijd met behulp van een s maken, en  bijvoeglijke naamwoorden in Engeland nooit een extra e’tje aan het eind  eisen. 
Er bestaat geen prijs voor het vlekkeloos  vertalen van een boek met een ongewone eis aan de vorm, maar als zo’n  prijs er was, dan moest Guido van de Wiel hem krijgen.
Source: de Verdieping Trouw
© Trouw 2011, op dit artikel rust copyright.   
Ook een boek met alléén de klinker e
Georges Perec publiceerde de roman ’La  Disparition’ in 1969 – hij was toen 33 jaar. Drie jaar later verscheen  ’Les Revenentes’ uit; in dit boek is de letter e juist de enige klinker.  Voortdurend zocht de auteur (1936-1982) naar nieuwe literatuurvormen.  Zijn bekendste werk,   ’La Vie mode d’emploi’ speelt zich af in een  Parijse woontoren  met negen verdiepingen en honderden kamers, met  evenzovele verhalen. Voor dit boek kreeg Perec de Prix Medicis.
 
 
 
No hay comentarios:
Publicar un comentario